De visie van het ontwerp van het infusiecentrum is om een bijdrage te leveren aan een gastvrije ontvangst en professionele behandelwijze van de patiënt. De indeling is zo gekozen dat er een professionele, functionele en efficiënte behandeling van de patiënt mogelijk is en dat daartoe de functionele ruimten op een praktische plaats zijn gesitueerd, terwijl de totaalindruk een plezierige en op de patiënt gerichte omgeving blijft. Hierdoor ontstaat   een levendige unit met contactmogelijkheden, maar ook voldoende privacy.
De centrale infusieruimte is zo geplaatst en vormgegeven dat de patiënt deel uitmaakt van het gebeuren op de unit en hier ook zicht op heeft als de patiënt dat wil. Aan de grote tafel heeft de infusie verpleegkundige heeft haar werkplek, zodat ze onder de patiënten is.
De stoelen in de infusieruimte zouden zo uitgevoerd en draaibaar moeten zijn dat je zelf kan kiezen voor een positie naar binnen of naar buiten gericht. Tussen de stoelen een flexibele afscheiding, die je naar keuze kunt gebruiken.
De ontvangst is iets terzijde gelegd, want het binnenkomen, jas ophangen, welkomstwoord moet ook even in een zekere beslotenheid gebeuren, zonder dat je meteen in de grote ruimte staat. Wel is een vloeiende overgang van de ruimten gemaakt, zodat het niet hokkerig wordt.
De box heeft ook een zodanige positie dat je de levendigheid van de unit kan ervaren als je dat wilt. Door grote schuifdeuren kan je de box ook bij de infusieruimte betrekken.
De twee wanden onder een hoek geven een zekere bewegelijkheid en maken het geheel minder statisch en klinisch.
De instructieruimte kan worden gebruikt voor o.a. prikinstructies voor subcutane TNF-alfa middelen
De locatie van de infusieunit is fictief, maar de in de ziekenhuisbouw gangbare maatstramienen zijn gebruikt. Het oppervlak bedraagt ongeveer 110 – 130m2.